Biodiversiteit in steden
Biodiversiteit stimuleren doet men meestal, door natuurlijke ecosystemen zo goed mogelijk in stand te houden of te herstellen. In de stad lukt dat lang niet altijd. Het microklimaat is er behoorlijk anders dan in Nederlandse natuurlijke ecosystemen, dus niet alle planten, dieren en microörganismen floreren er. En altijd is de mens dominant aanwezig. Alleen soorten die wij tolereren en die tegen onze verstoring kunnen houden stand. Beplanting in de stad moet aan veel meer eisen voldoen dan alleen aantrekkelijk zijn voor dieren.
In wetenschappelijk onderzoek is bewezen, dat in de stad met aanplant van een mix van inheemse en cultuurplanten een hoge biodiversiteit te realiseren is. Dit levert beplantingen op die voor mens én dier aantrekkelijk zijn. Veel verschillende plantensoorten gebruiken verlaagt ook de kans op het uitbreken van plantenziekten en -plagen. Niet alle plantensoorten hebben echter evenveel waarde voor dieren als voedsel, waardplant of schuilplek. Zelfs tussen de cultivars van één soort zit vaak verschil in aantrekkelijkheid. Met soortkeuze is ook in zeker mate te sturen in welke dieren u wilt lokken, bijvoorbeeld wel vlinders, geen wespen. Wilt u hier meer over weten, kan Actifolia u adviseren.
